Deze column verscheen eerder in de Nieuws-Flash! van 1 juli 2010.
De Griekse schuldencrisis lijkt voor veel criticasters van de euro, met name vanuit de Angelsaksische hoek, als een rode lap op een stier te werken. Niet alleen is Griekenland failliet; het is vooral het bewijs van een euro die gedoemd is om te mislukken. De hele situatie met Griekenland en de Europese schuldencrisis doen mij denken aan de Griekse mythologie. Europeanen worden vanaf alle kanten gelokt door Sirenen die, erg aantrekkelijk en met een verlokkelijke zang, hun slachtoffers trachten te verleiden zodat zij met hun schip te pletter slaan tegen de rotsen.
Terechte kritiek
Deze kritische ‘lofzang’ op Europa, en met name op haar eenheidsmunt, is naast steekhoudend doorgaans ook nog eens goed onderbouwd. Griekenland is nu eenmaal failliet. Zelfs met de tweede bailout zal de Griekse staatsschuld de komende jaren toenemen. Er kan dus met de beste wil niet beweerd worden dat Griekenland ooit aan haar financiële verplichtingen zal kunnen voldoen. Waarom kiest Europa er dan toch voor om Griekenland te behoeden voor een faillissement? Waarom stort Europa belastinggeld in een bodemloze put? Doet Europa dat omdat de banken nog te kwetsbaar zijn en de systeemrisico’s te groot zijn? Zonder enige twijfel. Is het omdat na Griekenland ook Ierland en Portugal dezelfde weg zullen gaan bewandelen? Ook dat speelt mee. En als die landen failleren, waarom zouden Spanje en Italië nog moeite ondernemen om fiscaal orde op zaken te stellen? En België en Frankrijk? Het besmettingsgevaar is evident en acuut en dreigt zelfs de ECB te raken.
Domino-D-Day
Het Griekse besmettingsgevaar omhelst de ondergang van de euro. Dat is waar het om draait. Als Griekenland failleert dan is het Domino-D-Day in Europa. Dat is waarom Europa er ook alles aan doet om een Grieks faillissement te voorkomen. Het stelt Europa voor een dilemma: is de euro het waard om gered te worden? Is het niet verstandiger om de euro te laten voor wat die is: een mislukt monetair experiment?
Nu zijn er economen die een fiscale of “transfer” unie bepleiten, maar ook daarop zal Europa stuklopen. Desnoods gebeurt dat voor het Duits hooggerechtshof. Europeanen willen niet dat hun belastinggeld wordt gebruikt om de schulden van anderen te financieren. Een fiscale unie druist bovendien in tegen hèt grondbeginsel waarop Europa is geschoeid: subsidiariteit. Toen de Europese samenwerking werd opgestart was de afspraak om de macht zo decentraal mogelijk te organiseren.
Wijziging binnen het systeem
Een fiscale unie centraliseert de macht zonder dat de Europese burger de Brusselse bureaucratie in de hand kan houden. Tevens opent een dergelijke belastingunie de deur voor een boterzacht monetair beleid. Het zou een wijziging zijn binnen het huidige systeem; en geen oplossing. De euro zou eenzelfde heilloze weg inslaan als de Amerikaanse dollar.
Dilemma
Maar hoe bodemloos de Griekse en de Europese put ook lijken te zijn; de put heeft wel degelijk een bodem. De euro wordt namelijk gedekt door goud. Méér dan 10.000 ton bij elkaar. Europa heeft dus helemaal geen fiscale unie nodig. Europese landen kunnen hun “externe” schulden, dus intra-Europese schulden, gebruiken om in één klap het systeem fundamenteel te hervormen. De T-splitsing die Europa nadert dwingt Europa tot een keuze. Het is het Europese dilemma: men wil niet linksaf, maar men kan vooralsnog ook niet rechtsaf.
Wijziging van het systeem
Wat voor iedereen sinds 2008 helder had moeten zijn is dat deze crisis zich niet laat bezweren met wijzigingen binnen het systeem, maar alleen opgelost kan worden met een wijziging van het systeem. De crux van de Europese schuldencrisis is dat de soevereine Europese schulden grotendeels intra-Europese schulden zijn. Europa is niet zoals de VS afhankelijk van de geldpers en externe financiers. Europese lidstaten zijn van elkaar afhankelijk; de recente financiële steun van China daargelaten. Een wijziging van het systeem is een kwestie van de euro koppelen aan goud, goud herwaarderen, de externe schulden vereffenen met goud en daarmee direct het Europese financiële stelsel herkapitaliseren. Dit laatste betekent niet dat banken gered worden; het gaat er juist om dat spaarders hun spaargelden zoveel mogelijk behouden. Er is natuurlijk nog veel meer nodig, maar dit is waar financiële en monetaire transformatie mee begint.
T-Splitsing Euro
Er is echter één probleem. Europa kan dit op dit moment onmogelijk doen. Als Europa dit toch doet, dan zegt zij daarmee het vertrouwen op in de wereldreservemunt. Het zou het einde van de dollar betekenen en vermoedelijk nog veel meer. Nu Europa de T-splitsing nadert dreigt zij rechtdoor te schieten. Aan de ene kant probeert men – zonder een fiscale unie in te voeren – niet als eerste te vallen. Want als dat toch gebeurt dan is Europa de katalysator voor een ontvouwing van een financieel horrorscenario. Aan de andere kant kan men niet doen wat noodzakelijk is. En zo blijft de hoogte van de rekening toenemen en beginnen Europeanen er steeds meer genoeg van te krijgen.
Valse Sirenen
Europa koerst af op de T-splitsing en zodra we in Spanje zijn aanbeland, dan moeten we echt kiezen. Europa doet haar best om niet als eerste schipbreuk te leiden; welke kunstgrepen hiervoor ook nodig zijn. En of de Sirenen nu vanaf de andere kant van de Atlantische oceaan verlokkelijk zingen of voor de kust van Griekenland – of eigenlijk Italië – het Europese leiderschap is er alles aan gelegen niet de geschiedenisboeken in te gaan als de verantwoordelijke voor veel ellende. Men houdt zich in ieder geval Oost-Indisch doof voor kritiek, en volgens mij met name voor die kritiek van valse Sirenen.