Hier toch, voor het eerst sinds tijden ben ik opgewekt en enthousiast vanwege een weloverwogen en goed besluit van de Tweede Kamer. Een besluit dat tijdloos zal blijken te zijn. Het is een wet die bepaald dat bestuurders van bedrijven verwikkeld in een overname(-strijd, m/v) geen voordeel kunnen halen uit hun verkregen bonus uitgekeerd in aandelen. Deze aandelen worden bij een overnamestrijd bevroren. Het geldelijke belang van (top)bestuurders bij een overnamestrijd wordt simpel gezegd buiten spel gezet. Zij kunnen niet langer profiteren van het door hen gevoerde beleid tijdens een overnamestrijd.
De Tweede Kamer ontneemt bestuurders een geldelijk en mogelijk excessief gewin en vereist hen in zake van een op handen zijnde overname een weloverwogen koers te varen. Het zal bij deze nieuwe wet altijd een vraag blijven of het wetsbesluit het effect heeft dat het beoogd. Hierbij geldt altijd dat het geen vraag is wiens belang bestuurders dienen. Dat zijn namelijk altijd de belangen van de aandeelhouders. Zij zijn tenslotte de eigenaar. Maar het gezochte effect is dat nu meer dan voorheen alle betrokken partijen in een onderneming gediend worden. Dit zijn dus niet alleen de eigenaren, maar ook schuldeisers, en werknemers. En juist om werknemers gaat het uiteindelijk. Immers, zij maken de onderneming.
De wetgever heeft al decennia geleden gekozen om een speciaal wetboek op te tuigen die de rechten en plichten van alle betrokkenen bij een onderneming vastlegt. Deze nieuwe wet moet in dit kader gezien worden als een verfijning in de bestuursrechtelijke zin in de wereld van ondernemen. Het is dus te hopen dat met deze wet de belangen van de gehele onderneming beter gediend worden. Door nu de direct verantwoordelijke bestuurders, die in sommige gevallen bewezen hebben er een potje van te kunnen maken, nog meer centraal te stellen, wordt nu een begin gemaakt met noodzakelijke herzieningen van onze wetgeving. Maar het valt te bezien of het effect toereikend zal zijn.
De gedachte achter deze wet is dat bestuurlijke wanpraktijken beter voorkomen worden als bestuurders geen direct persoonlijk belang hebben. De Tweede Kamer beoogt dat bepaalde strategieën, die in het kort neerkomen op het ‘plukken’ van bedrijven, voorkomen worden. Een voorbeeld van dit “plukken” betreffen overnames die een over te nemen bedrijf laten opdraaien voor de financiering van die overname. Uiteraard met vreemd vermogen, want hierdoor wordt de aandeelhouderswaarde groter. Maar tegelijkertijd verhoogt het de ‘leverage’, de afhankelijkheid van vreemd vermogen. En dit vormt vaak het struikelblok in het voortbestaan van een onderneming op de lange termijn. Zeker ten tijde van economische tegenspoed zal blijken dat het geldelijke gewin op de korte termijn ten koste gaat van het lange termijn belang van het voortbestaan van een (voorheen gezonde) onderneming. Bovendien moet hierbij aangetekend worden dat overnames en fusies concurrentie-verlagend werken, hetgeen nooit in het belang van consumenten is.
De additionele wetgeving is wat mij betreft een resultaat van, “voortschrijdend inzicht”, het thans uitgesproken equivalent van, “Oops, ik zat er al die jaren volledig naast..”, en, “..ik ben tot inzicht gekomen dat mijn inzichten – bij nader inzien – bijzonder stupide zijn geweest”. Mijn opgewektheid en mijn enthousiasme worden niet zozeer door de inhoudelijke gronden van dit besluit of de gedachte hierachter veroorzaakt. Het betreft het gegeven dat wellicht een nieuwe trend is gezet. Een voorteken dat er een frisse wind door de achterkamers van de Haagse wereld gaat. Een wind aangewakkerd door de Tweede Kamer die hopelijk zo sprankelend is dat zij zelfs de stoffige kamers van alle Haagse achterkamers bereikt, inclusief die van de Ministeries en exclusieve Haagse sociëteiten. “Kom op, Tweede Kamer-leden. U kunt het!”, zou ik hen graag willen toevoegen.
Op dezelfde dag1 dat Nout Wellink en Wouter Bos hebben moeten toegeven dat Nederland aan de vooravond staat van loodzware economische tijden, heeft de Tweede Kamer – net voor het kerstreces – een begin gemaakt met het opruimen van economische onvolkomenheden. Het is te hopen dat men doorpakt, juist nu. Want de onvolkomenheden zijn legio en stuk voor stuk buitengewoon onrechtvaardig. Het is zeer goed dat de Nederlandse volksvertegenwoordigers een oude traditie in ere herstellen. Eéntje die altijd blijkt te werken in tijden van crisis. Ik noem het de kaasschaaf-formule. Beetje bij beetje worden de misstanden bij veroorzakende partijen van een crisis aangepakt. De trein lijkt nu op gang te komen. En een goed begin is het halve werk, dat weet iedereen. Wat mij betreft is het nu aan de Tweede Kamer om alle burgers te informeren dat dit slechts een eerste wetsbesluit is in een lange reeks van herzieningen. Een ronde van herzieningen die ook hun eigen rol niet ontziet.
Zou men zelfs zo ver geraken dat zij – als nota bene de wetgevende macht – decennia lang heeft verzwegen een vies spel te spelen? Zal de Tweede Kamer – bij wijze van voortschrijdend inzicht – de gewone man vertellen dat zij geïnstitutionaliseerde oplichting heeft gepleegd? U weet wel, die vorm van oplichting die door onze wetgever wettelijk is toegestaan en is gereguleerd?! U snapt het wel. Die vorm van oplichting waartegen u geen aangifte kan doen ondanks dat u onrecht is aangedaan. Want dat staat onze wetgever gewoon toe.
Ons huidige monetaire stelsel is de oorzaak van deze crisis. Deze crisis is namelijk het onvermijdelijke resultaat. En ja, ook ik weet (als geen ander) dat deze crisis zonder enkele twijfel haar eigen internationale dynamiek kent (lees: de Amerikanen hebben de grootste problemen veroorzaakt). Daar zal ik u (hier) niet mee vervelen. Maar het wordt hoogtijd om onze eigen problemen onder ogen te zien. Problemen die jaren lang onder het spreekwoordelijke tapijt zijn geschoven. Een figuurlijk tapijt dat letterlijk gefinancierd is met het zeer praktische uit het niets gecreëerde geld en krediet.
Krediet, het door het bankwezen uit het niets gecreëerde geldsubstituut dat u als echt geld kunt gebruiken. Daarmee bedoel ik uw hypotheek en ook uw inkomen. Of u nu een huis huurt bij de bank of niet. U moet begrijpen dat al het geld in omloop, geld of krediet, niets anders is dan schuld. En aan schulden zijn kosten verbonden. Rentelasten die overigens in het geheel worden afgewenteld op de consument: zij financieren zichzelf, rechtvaardigen schulden van bedrijvigheid door hun producten en diensten te kopen, en financieren de overheid. Al die schulden worden gefinancierd door één partij: u. Het zijn kosten die we ons niet langer kunnen veroorloven.
Waarom het toch op deze manier werkt? Als u die vraag probeert te beantwoorden dan moet u zich realiseren dat een beerput wordt opengetrokken. Onze maatschappij is ziek. De veroorzaker is synthetisch geld. Geld en haar substituut die uit het niets gecreëerd worden door het geheel van banken en haar opperwezen: de centrale bank. Het is voor de dominante economische vakgenoten een vanuit theoretisch oogpunt werkend geheel van oneindige schuld-expansie. Zeer aantrekkelijk bij het streven om snel en makkelijk rijkdom te vergaren. En altijd ten koste van anderen. Dat het in de praktijk altijd tot een faillissement leidt wordt gemakshalve overgeslagen. En altijd onder het mom dat die mensen die aan dit ultieme resultaat van dit monetaire stelsel refereren er niet veel van hebben begrepen. Eén geruststelling voor de mij gelijkgestemden, het zal ons zeker geen moment van voortschrijdend inzicht opleveren.
U zult zich bij dit monetaire fenomeen van synthetisch geld moeten bedenken dat diegene die het gebruik van dit soort geld heeft toegestaan de grootste verslaafde is. U moet beseffen dat ons geld – ons enige wettige ruilmiddel dat wordt toegestaan – is gemonopoliseerd door de overheid. Dat zij naast de uitgifte van deze geldstandaard tevens de creatie van geld heeft uitbesteed aan De Nederlandsche Bank N.V. (100% dochter van het Ministerie van Financiën) en – nog vele malen erger – in handen heeft gegeven van het Nederlands bankwezen, is in alle opzichten verwerpelijk. En juist diezelfde overheid heeft hier belang bij. Want alleen op deze wijze kan zij meer uitgeven dan wat de bevolking wenst uit te geven. En hoezo ondemocratisch? Het is in het landsbelang. Het is een gedrocht van een stelsel.
Er is slecht één taak voor een overheid te rechtvaardigen: toezien op de integriteit van een geldstandaard. Hier dient men onpartijdig voor te zijn. Onze praktijk is veel weerbarstiger dan het verkoopverhaal ons doet geloven. Het wordt namelijk gewoon toegestaan dat partijen – wat de voorwaarden dan ook mogen zijn – geld en een geldsubstituut uit het niets kunnen creëren en kunnen verkopen met de rente als gratis winst. Dat deze rente vervolgens alleen gefinancierd kan worden met nieuw schuldpapier is dan ook de reden dat het lang goed gaat, totdat blijkt dat het onvermijdelijke gebeurt. Het gaat namelijk altijd fout. Want op het moment dat iedereen zoveel schuld heeft dat niemand meer wil of kan lenen, dan kunnen we de lasten niet langer dragen. Of u een nu actief deelneemt of niet, het saldo van deze rekensom is bepalend. En voor Nederland betekent dit hetzelfde als voor IJsland. Ook wij kunnen failliet gaan.
De volgende fase in deze crisis zal beslissend zijn: de verslaafden zullen onherroepelijk het loodje leggen. Degenen die maar graag genoeg willen overleven, kunnen overleven. Mits zij op tijd afkicken. Nederland moet – net als al haar internationale partners die ècht willen overleven – een afkickprogramma gaan volgen. Het is aan mijn collega-economen (en mij) om de afkickprogramma’s te ontwikkelen. Maar het probleem is – zoals dit voor echte verslaafden-verzorgers ook geldt – dat zij die weigeren af te kicken, slechts twee keuzes overlaten. Of we zullen met argusogen moeten toekijken hoe het mis gaat, of ons – op welke gronden dan ook – noodzaken tot keihard ingrijpen.
Dit laatste is mijn inziens zeker niet te prefereren. De noodzakelijke bevoegdheden om per decreet te regeren kent te veel gevaren. Laten we het alstublieft democratisch regelen en wel via de Tweede Kamer. Niet alleen omdat we als samenleving in gezondheid willen overleven, maar vooral omdat we nooit meer verslaafd willen raken. Het moet dus vanuit onszelf komen. Laten we het doen voor onze (toekomstige) kinderen. Zelf zullen we namelijk keihard moeten werken, en daar is niets mis mee!
Het politieke leiderschap dat de koers vaart een monetaire omwenteling te bewerkstelligen zal zich onsterfelijk maken. Hopelijk is er nog leiderschap te vinden dat niet te beschonken is geraakt op het feestje van synthetisch geld. Want wat was me dat een feest. Een feest met ogenschijnlijk gratis drank, waarvoor we nu de rekening gepresenteerd krijgen. Een ontnuchterende rekening. Zij die deze omwenteling bewerkstelligen zullen eeuwig als helden geëerd worden. Zij zijn de echte voorvechters van individuele vrijheid en maatschappelijke voorspoed. Zij die het proberen tegen te houden zullen de geschiedenisboeken ingaan als de ultieme domoren. Zal er nu toch een andere weg ingeslagen worden? Tweede Kamerleden, u kunt het! De trein is in beweging, het is aan u om onze trein heelhuids op de bestemming te krijgen, want we zitten er – figuurlijk gesproken – met z’n allen in.
1 15 december 2009